Ziekte van Dupuytren

Inleiding
De ziekte van Dupuytren (ook bekend als koetsiershand) is een aandoening waarbij er sprake is van vorming van bindweefselstrengen onder de huid in de handpalm en vingers. Deze extra bindweefselstrengen kunnen samentrekken en zorgen daardoor voor zogenaamde contracturen. Hierdoor gaan de vingers krom staan en kunt u ze niet meer volledig strekken. Dit kan leiden tot bewegings-beperkingen en functieverlies in het dagelijks leven. De aandoening gaat uit van het bindweefsel en niet van de pezen. 
De ziekte van Dupuytren heeft nog geen duidelijke oorzaak en vindt zijn oorsprong zeer waarschijnlijk in een genetische aanleg. Het ziektebeeld komt meer voor bij mannen dan bij vrouwen en in een groot aantal van de gevallen is er een familielid die de aandoening ook heeft. Omdat de verschijnselen van het ziektebeeld terug kunnen komen, is het mogelijk dat u meerdere keren behandeld moet worden. De aandoening is bijna nooit pijnlijk voor de patiënt, maar de symptomen kunnen wel lastig zijn. Door deze aandoening kan de patiënt de vingers minder goed bewegen. Vooral het strekken van de vingers lukt niet goed. De verschijnselen van de ziekte van Dupuytren kunnen ook aan de voeten ontstaan (fibrosis plantaris). In dat geval spreekt men van de ziekte van Lederhose.

Symptomen die kunnen duiden op de ziekte van Dupuytren zijn:

• Lichte verharding van de handpalm.
• Knobbeltjes in de handpalm.
• Onderhuidse streng in de handpalm.
• Het niet meer goed kunnen strekken van de vingers.

Behandeling
Bij de behandeling van Dupuytren wordt het aangedane weefsel uit de handpalm en/of vingers verwijderd. Bij de behandeling wordt geprobeerd de hand zo lang mogelijk functioneel te houden en een verdergaande en onomkeerbare kromstand te voorkomen. Het doel hierbij is om de functie van de hand en vingers zo veel mogelijk te herstellen en te behouden. Conservatief (zonder operatieve ingreep) zijn er geen behandelingen mogelijk om de bindweefselvorming tegen te gaan. 
Naald fasciotomie                                                        
Als u een streng heeft in de handpalm, zonder kromstand van de vinger, kunt u in aanmerking komen voor een naald fasciotomie. Dit is een eenvoudige behandeling onder lokale verdoving. die op de polikliniek wordt uitgevoerd. Met een naald of een mesje wordt de streng via een kleine opening van enkele millimeters in de handpalm doorgesneden. Meestal is uw hand binnen enkele dagen weer volledig hersteld en inzetbaar. 
Partiële fasciectomie               
Bij deze ingreep wordt het aangedane weefsel operatief verwijderd, zodat u uw vingers weer zo goed mogelijk kunt strekken. Deze operatie vindt plaats tijdens een dag opname. Na de ingreep wordt op de operatiekamer een drukverband aangelegd waarin hand en vingers verbonden zijn. De niet aangedane vingers worden zoveel mogelijk vrij gelaten, zodat u deze gewoon kunt bewegen. Dit zorgt ervoor dat het vocht in uw hand na de operatie sneller kan worden afgevoerd. Het is verstandig de hand de eerste dagen hoog te houden in een mitella of op een kussen. Beweeg de vingers, elleboog en schouder regelmatig. Hiermee wordt zwelling van de hand zo veel mogelijk beperkt. Na de operatie krijgt u binnen twee tot vier dagen een afspraak bij de handtherapeut. De handtherapeut bekijkt de wond en bepaalt of het nodig is om een spalk te maken om het geopereerde gebied te ondersteunen tijdens het herstel. Ook krijgt u oefeningen mee voor uw vingers en advies voor het gebruik van uw hand tijdens dagelijkse activiteiten. De handtherapeut begeleidt u tijdens het herstel van uw hand. Dit wordt gedaan in goed overleg met uw behandelend specialist.